Zorgvuldig vullingen plaatsen
Bij het maken van een vullingen wordt al het aangetaste tandmateriaal (glazuur en tandbeen) verwijderd. Dit boren kan gevoelig zijn en wordt daarom meestal onder lokale verdoving gedaan. Dit gaat altijd in overleg. Wanneer het gaatje dieper is en dichter bij de zenuw komt is de kans op napijn groter. Als alle cariës is verwijderd en het oppervlak mooi schoon is wordt het ontstane defect opgevuld. We gebruiken hiervoor meestal composiet, een glasgevuld kunsthars dat in verschillende kleuren en helderheid beschikbaar is. Het composiet wordt chemisch aan het tandoppervlak gelijmd en is bij aanbrengen kleiachtig waardoor het in mooie vorm gemodelleerd kan worden.
Daarna wordt het uitgehard met een lamp. Tijdens dit uithardingsproces krimpt het materiaal een klein beetje. Indien er veel krimpspanning optreedt kan dit napijn veroorzaken. Daarom worden de witte vullingen in dunne laagjes aangebracht waardoor krimpspanning en napijn minimaal zijn.
De vulling is na afwerken en polijsten helemaal klaar dus je mag je tand of kies meteen weer gebruiken.